We schrijven het jaar 1911. In een plaatsje ergens in ons land zit op een avond een schoolhoofd een brief te schrijven. Hij moet
zijn ergernis kwijt.
Aan:
Mijnheer A. Beginner; Onderwijzer aan de school te Ergenshuizen..
Mijnheer!
Toen ik hedenmorgen bij U in de klas was, heeft een en ander mijn aandacht getrokken dat beslist, hoe eer hoe beter, veranderd moet worden.
Vooreerst is Uw kleeding niet onberispelijk: let maar eens goed op Uw vest.
In de tweede plaats moet U zelf wat minder spreken en ook minder luid. Dat zal stellig in het belang wezen van de orde.
En in de derde plaats moet U beter op den tijd letten, want de schrijfles eindigde deze morgen 5 minuten te vroeg, waardoor de daarop volgende leesles 5 minuten langer duurde dan op den lesrooster is aangegeven. Van harte hoop ik, dat U deze wenken ernstig ter harte zult nemen, zoodat ik bij mijn volgend bezoek over Uw persoon en arbeid tevreden kan zijn.
Met beleefde groeten,
Het Hoofd der School,
Ergenshuizen, 13 April 1911 J. Schoolvos
Nog diezelfde avond glijdt de brief door de brievenbus van mijnheer A.
Die reageert de volgende dag ........ (zie morgen)
* Bron: J.C. Wirtz Cz. Districtschoolopziener,; 'Uit de School geklapt' schetsjes uit het schoolleven; 1919