Sjoukje was het nieuwe dienstmeisje Ze wist dat het streng, erg streng verboden was voor iedereen om in de schatkamer van het landhuis komen. Het personeel zou het dan niet in het hoofd halen om daarin een blik te werpen, hoe nieuwsgierig elk ook was.
Sjoukje hield van mooie dingen en ze was van nature nieuwsgierig. Als het glinsterde en blonk! En als het iets was dat niet mocht!
Op een dag ging de hele familie een dag uit, naar de Stad. Jammer voor de kleine Wigbolda, zij was erg verkouden en mocht niet met papa en mama mee in de mooie koets.
Gelukkig zou Sjoukje haar bezig houden met mooie verhalen en spelletjes.
De middag vloog om. Ze deden eerst wat spelletjes maar intussen broedde Sjoukje op een manier om toch stiekem in de schatkamer te kunnen kijken.
Door Wigbolda te beloven straks een mooi lang verhaal te vertellen wist ze het kind, dat wist waar de sleutel lag, over te halen om daarmee op de proppen te komen.
Zoveel rijkdom aan goud en zilver had zij nog nooit bij elkaar gezien. Sieraden, voorwerpen, noem maar op! Dat moest ze allemaal beter bewonderen.
Ze vergat de tijd en Wigbolda haar geduld. Op het laatst werd die zó kwaad dat die de deur dichtgooide, zodat Sjoukje opgesloten zat.
Een belofte was verbroken en daarop stond natuurlijk straf.
Ze wou zo graag in de schatkamer? Welnu, voor straf werd ze erin opgesloten, haar leven lang. Als bezigheid kreeg ze zakken vol schelpen die ze aan de wand moest plakken.
Door een luikje kreeg Sjoukje nu haar dagelijkse eten, schelpen en stukjes marmer, plaksel en kaarsen.
Toen ze na dertig jaar met de klus klaar was mocht ze vrij.
Nu staat als aandenken de schatkamer, oftewel de 'Schelpengrot' voor bezoekers te bezichtigen.
Echte geschiedenis? Ja, maar alleen voor diegene die het mooi vindt om dat te geloven!
Bron: H.J. Lugtmeijer en J. Hes ; Mens en Tijd' Leer-leesboeken voor de lagere school. deel 1 (erg vrij naverteld)